Daar buiten lost het wolkendek Op in witte wolkenflarden Net was de hemel zwart als pek Waarin zich nevels zwart verworden Er komt een eind aan alle grauw Wolken liggen n aan nek Daarachter wordt de hemel blauw
Ik stuur een boze brief aan jou Jij hebt mij lang alleen gelaten En nu ik niet meer van je hou Wil ik nog een keer met je praten Een witte brief, een witte vlek Hij cirkelt ver weg in het blauw Waarin de wolken nek aan nek
refr.: Gejaagd door de wind Gejaagd door de wind Gejaagd door de wind Gejaagd door de wind
De paardebloem heeft kleine pluizen Daar speelt de wind mee in de wei Maar over honderdduizend huizen Heel veel hoger blaast hij mij
refr.
De kleine schepen op de zee Ze moeten op hun zeilen passen Hij neemt hun in het voorbij gaan mee Hij jaagt hen over wijde plassen Zoals de wind jaag ik op jou Ik heb aan adem geen gebrek Tot ik jou in mijn armen hou
Er is een kleine stille plek Er valt een plechtig rechte regen Traag uit het loodgrijs wolkendek Wat zal een vallend blad bewegen Hoe buigt het koren op het veld Wat brengt de wolken nek aan nek Wat is het dat de stroom versnelt
refr.
Waaien naar een wildvreemd land Op de wind op weg naar Iwie Winden zijn op onze hand Het zal waaien gaan in Iwie Op de vlakte stuift straks zand Adem in de lucht van Iwie Langzaam aan, langzamerhand Komen meeuwen boven Iwie