Dit was dan de freule van Roets-Wiederele Die iedere dag op de harp zat te spelen Ze speelde zo prachtig van ring-tingeling Maar niemand die ooit naar haar luisteren ging Ze speelde sonates en ook sonatines En riep op een keer: "Kom, mijn huisknecht, Marinus" "Jawel", zei Marinus, "wat is t'r, wat is t'r?" "Eh, ga naar de baron en ga naar de minister Ga naar de majoor en de kolonel Ik geef een concert, misschien komen ze wel"
Marinus ging heen om 't mede te delen: De freule van Roets-Wiederele zal spelen Maar ja... de minister Was ook niet van gister En zelfs de baron Zei dat 'ie niet kon En de kolonel Geloofde 't wel En ook de majoor Die gaf geen gehoor Zo was 't nu eenmaal, zo stond 't nou En niemand, en niemand die luist'ren wou
En toen zei de freule van Roets-Wiederele: "Ah, oe, moet ik dan voor niets op die harp zitten spelen? Hah, true, mijn fraaie sonates, mijn pracht sonatines Voor helemaal niemand? Kom, huisknecht Marinus Ga heen, neem de fiets en ga overal bellen Ga iedereen van mijn concerten vertellen En, nodig ze uit, je moest maar 'es gaan Naar de advokaat en de kapelaan Ga heen en vertel 't ze allemaal De ingenieur en de admiraal"
Marinus ging heen om 't mede te delen: De freule van Roets-Wiederele zal spelen Maar... de kapelaan Die vond 'r niets aan En de ingenieur Riep: "Weg van den deur" En de admiraal Was niet muzikaal En de advokaat Wou niet meer op straat Zo was 't nu eenmaal, zo stond 't nou En niemand, en niemand die luist'ren wou
"Wel, wel", zei de freule van Roets-Wiederele "Voor wie moet ik hier dan harp zitten spelen? Ach, ga even kijken, mijn huisknecht Marinus Ga kijken of ergens nog iemand te zien is" Marinus zei: "Freule, hier te uwe huizen Zijn enkel de muizen, alleen maar de muizen" "Wel", zei toen de freule, "laat binnen, laat binnen Dan ga ik meteen mijn concert wel beginnen" Ze speelde van ping, pingeling, pingelang Daar kwamen de muizen van achter't behang Ze dansten de polka bij Ierse muziek Ze waren een dankbaar aandachtig publiek
En toen 't stuk uit was, toen kwam er aplaus Een muisje dat klom in de freule haar kous En riep: "Zo mooi hebben we nooit horen speule Lang leve de freule, lang leve de freule"