Mannen op de steigers, dat zijn hele stugge mannen
Ze houden niet van praten en ze laten zich nooit gaan
Maar horen ze jouw hakken, dan staan ze al te schreeuwen
Dan brullen ze als leeuwen: "Ze heeft geen slipje aan"

De mannen op de steigers, de mannen in de bouw
Fluiten naar de meisjes, naar elke jonge vrouw
Dan noemen ze je 'schatje' en dan roepen ze: "He, mop"
Ze zwaaien met hun kwasten en dan denk je: Lazer op
Maar, dan durf je niks te zeggen en je krijgt een rooie kop

De mannen op de steigers, dat zijn geen knappe mannen
Meestal met een hangbuik en bijna altijd slecht gekleed
En heet gewassen t-shirts, een spijkerbroek met stukken
En als ze moeten bukken, kijk je van achter in hun spleet

De mannen op de steigers, de mannen in de bouw
Fluiten naar de meisjes, naar elke jonge vrouw
Ze roepen: "Lekker kontje" en ze vragen: "Ben je duur?"
Ze zwaaien met een tientje, voor een half uur
En dan durf je niets te zeggen, maar je ogen schieten vuur
Maar ooit, dan komt de tijd, daar denk ik altijd aan
Dat je langs een steiger loopt, en geen man je meer ziet staan
Ze werken hard bij met plamuur, en je weet: Dit is 't uur
Dat je als vrouw hebt afgedaan

Mannen op de steiger, mannen in de bouw
Nooit meer fluiten ze voor jou
Geen applaus meer voor je graanschuur
Nooit meer: "O, wat zijn ze groot"
Nooit meer: "Zal ik helpen dragen"
Of: "Daar gaat de zilvervloot"
Nooit meer: "Blanke top der duinen"
Nooit meer "Mokkeltje" of "Stoned"
En in een laatste schreeuw om aandacht roep je:
"He, liefdesschilders
Zal ik jullie hard geworden kwasten eens fijn in de terpentine zetten"

"Nou ja, dan draaien ze zich om en dan kijken ze je aan met zo'n blik van:
Dat ouwe lijk is gek geworden"

Mannen op de steigers, he mannen in de bouw
Die mij een plezier he: Fluit ook naar een ouwe vrouw
Roep gewoon es: "He, lekkere wijndruif, wat dacht jij van een jonge bok"
Of: "Dag kleine, grijze, geile postduif, leg je hand eens op mijn stok"

"Elke vrouw kent de behoefte aan zo'n stukje sexuele bevestiging
En dat is niet opeens afgelopen als je vijfennegentig bent geworden"