Ze gaan langs de straat als geranselde honden Ze kijken de mensen zo nederig aan Ze loopen te koop met hun dierbare zonden Ze spreken van zielen die blijven bestaan
Ze plagen ons allen met geldidealen Modelmaatschappij waarin elk produceert Ze wijzen ons overal wonden en kwalen Ze zijn Zoo menschlievend, naief en geleerd
Ze spelen den Christus in krotten en kroegen Ze eeren den werkman, 't volk is hun God Ze laten 't volk en den werkman waar zwoegen Omdat 't op aarde nu eenmaal zoo moet
Ze maken zich druk over stemmen en kiezen Ze stellen zich overal graag candidaat Ze hebben gewoonlijk geen stook te verliezen Ze krijgen den kost van 't volk en den staat
En als ze dan eenmaal als Kamerlid zitten Dan doen ze brutaal, onbeschoft, familiaar Ze zitten op alles en ieder te vilten Alles wat geld heeft is smerig en naar
En wat er op aarde zooal wordt geleden Daar kijken ze nuchter en kalm overheen Ze willen geen betere menschen en zeden Ze willen regeeren en dat maar alleen
Ze willen partijen de menschen verdeelen Ze kweeken slechts vijandschap, afgunst en haat Totdat 't de menschen te zeer gaat vervelen Dan zetten ze d' idealisten op straat
We kunnen ze missen die idealisten We haten hun zoet en menschlievend gezeur We krijgen genoeg van hun snoeven en twisten En van hun onmanlijk en futloos getreur
We willen weer leven voor lachen en springen Voor liefde, voor vrouwen, voor hartstocht en wijn We willen luidruchtig weer juichen en zingen We willen de Goden op aarde weer zijn