Holland levert ouwe klare, kaas en varkens en sigaren
Holland levert schapen, koeien, boter waar ze nooit mee knoeien
Holland levert specerijen, aardewerk en schilderijen
Jansen, Meier en Van Stralen, Dinges, Pietersen, Van Dale
Al die welbekende namen, al dat goeds en schoons tesamen
Haalt 't niet, in de verste verten, bij die Mengelberg concerten
Want 't is zo sjiek en't is zo fijn, naar Melgelberg geweest te zijn

Alle vrijsters, vol vervoering, hebben hoofdpijn van ontroering
Als de zaal wist wat ze dachten, wedden dat 'ie blosend lachtte
D'ene zit zich af te vragen, of 'ie wel secuur Jaegerondergoed zal dragen
Of 'ie 't naar vindt als 'ie dood is, of met een nietje uitgeloot is
D'andere zal wel willen weten, of 'ie graag gehakt zou eten
Tot een heer roept: "Idioten, Mengelberg leeft natuurlijk alleen maar van
de noten"
Want 't is zo sjiek en't is zo fijn, naar Melgelberg geweest te zijn

Pa zit ma d'r op te wijzen, op die veel te hoge prijzen
En ze kregen zeker woorden, als die naast t'r 't niet hoorde
"Mopper niet, je moest je schamen. Zeg, je zit hier naast een dame"
En ze sist dat 't bonton is, dat hun plaats in 't balkon is
Maar, zo kan je met je zeuren, beter met je lintje geuren
Dat 't niet voor de muziek is, maar dat 't d'r zo sjiek is
Pa kent heel 't moppie allang van buiten en zit al zaggies met Willem
Mengelberg mee te fluiten
Maar 't is zo sjiek en't is zo fijn, naar Melgelberg geweest te zijn

Ome Piet denkt bij z'n eigen: Zouwe we dan nooit een pauze krijgen
Hij zit als een os te gapen, kan door al dat vervelende lawaai niet slapen
Al die fluiten en die trommen kunnen hem geen steek ver... maken
Hij speelt liever, om 'n duppie, een dominootje op z'n clubbie
Nijdig kijkt 'ie op z'n klokkie, 't is al meer dan twintig minuten over
z'n veertiende groggie
Wat kan hem die shitboel schelen, laten ze veel liever de Charlston spelen
Maar 't is zo sjiek en 't is toch fijn, naar Mengelberg geweest te zijn

Telkens wordt er "Ssstt!' geroepen, tante zit stil bonbons te snoepen
En ze kan juist het hardste kraken als de trommel fortes maken
Bij een maat of drie sardinen, verslikt ze zich haast in haar praline
Om te rehabiliteren gaat ze gauw op lamuseren
Ome Piet, die toch al boos is, zegt: "Je hebt nou toch je dosis
Mens, je lijkt wel half bezeten, had vanmiddag veel meer gestampte pot met
worst gegeten"
Maar 't is toch sjiek en 't is toch fijn, naar Melgelberg geweest te zijn