De eerste plicht van elke vrouw, is nooit geleerd te doen Dat komt in liefde niet te pas: een zoen is maar een zoen Wat geeft 't of ze met een boek haar lieve hersens krenkt Een vrouw die denkt bij wat ze zegt, zegt nimmer wat ze denkt
De tweede plicht van elke vrouw, is houden van haar man te zorgen dat ze met een zoen, hem steeds verleiden kan Want als ze daar geen slag van had, en altijd kuis wou zijn Dan waren wij er allen niet, en dat zou jammer zijn
De derde plicht van elke vrouw, is goed gekleed te zijn Al heeft ze helemaal geen geld, voor rokken van satijn Al draagt ze bloesjes van katoen, ze moeten aardig staan Een vrouw kan toch lieftallig zijn, al heeft ze weinig aan
De vierde plicht van elke vrouw, is steeds gehoorzaam zijn En altijd onderdanig doen, al is het maar in schijn. Wanneer ze geestig vleien kan, dan volgt haar man gedwee Een vrouw regeert de wereld toch, wij weten wel waarmee
De vijfde plicht van elke vrouw, is manlief toe te staan Om zonder haar van tijd tot tijd, alleen eens uit te gaan 'n Vrouw die zegt: "Man ik mot mee, of anders blijf je hier" Is niet jaloers op zijn persoon, maar wel op zijn plezier
De zesde plicht van elke vrouw, is zwijgen op haar tijd Omdat ze juist het meeste zegt, met haar stilzwijgendheid. Een vrouw die altijd praatjes maakt, en altijd kletsen wil Is erger dan een fonograaf, want die houdt eenmaal stil
De zevende en mooiste plicht, is dat ze koken kan Want als ze eenmaal opoe is, dan heeft ze daar wat an Omdat een man die ouder wordt, en jaren is getrouwd, Toch veel meer van zijn eigen buik, dan van een opoe houdt