Een bolle buik heeft ruimte zat Voor drie gebraden hazen En vijftien volle glazen Maar vraag niet, of hij ruimte had Voor waterbrood met stroop! Dan slaat 'ie op de loop Dan had je hem te grazen Dat kan 'ie, tot zijn spijt Daarbinnen niet kwijt
En de wereld is nog vol van bolle buiken Helaas! En de wereld is nog vol van bolle buiken Helaas!
Een holle kop heeft ruimte zat Voor honderd holle kreten Tot op de draad versleten Maar vraag niet of hij ruimte had Voor een mooi nieuw idee! Dan zegt 'ie botweg: Nee! Daar zou die van gaan zweten Dat kan 'ie, tot zijn spijt Daarbinnen niet kwijt
En de wereld is nog vol van holle koppen Bolle buiken, helaas! En de wereld is nog vol van holle koppen Bolle buiken, helaas!
Een dikke duim heeft ruimte zat Voor duizendmaal een leugen En een verward geheugen Maar vraag niet of 'ie ruimte had Voor een bekentenis Dat 'ie zich heeft vergist! Daar is 'ie dik op teugen Dat kan hij, tot zijn spijt Daarbinnen niet kwijt
En de wereld is nog vol van dikke duimen Holle koppen, bolle buiken, helaas! En de wereld is nog vol van dikke duimen Holle koppen, bolle buiken, helaas!
Een ezelsoor heeft ruimte zat Voor daaglijks grote smoelen Om zich weer slaaf te voelen Maar vraag niet of 'ie ruimte had Voor het woord dat hem bevrijdt Van minderwaardigheid Daar gaat 'ie 's nachts van woelen Dat kan hij, tot zijn spijt Daarbinnen niet kwijt
En de wereld is nog vol van ezelsoren Dikke duimen, holle koppen, bolle buiken, helaas! En de wereld is nog vol van ezelsoren Dikke duimen, holle koppen, bolle buiken, helaas!