De rechter vroeg: "Getuige, kent u de verdachte" Wat had ik anders moeten zeggen dan: "Jawel" Want daar zat jij, verdomde schoft Je hebt waarachtig nog geboft Dat uitgerekend daar ons weerzien is gebeurd Want echt, ik zweer je, da'k je anders had verscheurd
De rechter vroeg: "Bent u familie van verdachte" Wel, dat ontbrak me d'r precies nou nog maar aan Oh ja, je huisde in mijn flat Een half jaar had ik je in mijn bed 'k Heb je te vreten en mooi ondergoed gegeven Alleen: 'Familie', nee, da's me bespaard gebleven
De rechter zei: "De waarheid, en alleen de waarheid!" Ik heb gezworen dat ik die vertellen zou En God, dat was ik ook van plan Ik dacht: Nou moet-ie d'r maar an De bigamist! Nou breekt het hem 'ns lelijk op Poelier-van-middelbare-kippen-zonder-kop
De rechter vroeg: "U hebt verdachte leren kennen" Ik kon niet laten om te zeggen: "Nou! en of" Daar zat je met je dikke nek Die ik, van God verlaten gek!, Zo vaak met liefde en een schaar had schoongeschoren Net als de haartjes uit je neus en uit je oren
De rechter vroeg: "Hij maakte u veel geld afhandig Ruim dertig mille" Ik dacht: Verrek, da's ook niet niks En heet van wraak genoot ik, dat jij in't verdachtenbankje zat Je hand streek langs je ogen, zonder te bedoelen Maar 't was ineens of ik hem op mijn huid kon voelen
En op de getuigenbank zaten vier vrouwen, ze keken En ik keek terug 'k Vroeg me af, of die nou op mij leken En stuk voor stuk schatten we, hoeveel volzalige nachten De andere vier in jouw armen schandalig doorbrachten
De rechter vroeg: "Hij maakte u veel geld afhandig" 'k Dacht: Honderdtachtig nachten, ach, da's ook niet niks Een halfjaar heb ik in mijn hoofd En hart aan laat geluk geloofd Daar moet ik verder maar op teren in mijn leven; Als 'k ze nog had, zou 'k er weer dertig mille voor geven, waarom niet En 'k zei hardop: "Die man heeft mij nooit iets misdreven, we zijn quitte!"