Waar zijn de vrienden van weleer? Hield ik hen dan niet hoog in eer Met heel mijn ziel? Maar een na een die mij ontviel Het moet de wind zijn of het weer Ook liefde gaat Wanneer de wind blaast uit het westen Strooit hij de blaren en de besten 't Waait in mijn straat Zo ben ik hier alleen gebleven Gelijk de bomen die nog leven Maar zonder lover Zo zit ik hier nu oud en pover Met enkel tegenspoed te over 't Is wintertijd Het past me niet u te verhalen Hoe ik zo laag, zo diep kon dalen Noch hoe ik lijd Waar zijn de vrienden van weleer? Hield ik hen dan niet hoog in eer Met heel mijn ziel? Maar een na een die mij ontviel Het moet de wind zijn of het weer Ook liefde gaat Waar is het eind der tegenspoeden? Al waar ik mij voor had te hoeden Heeft mij geschaad Met ledig hoofd en kranke leden En met wat mager brood gesneden Uit God zijn weelde Zo woon ik die zo naarstig speelde Uit de verschopte, blootgedeelde Koud in mijn straat Wanneer de wind waait uit het westen Strooit hij de blaren en de besten... Zij zijn geweest