Ja, m'n lijf ligt daar stokdood De verslagenheid is groot M'n geest hangt besluiteloos te zweven Toch kan hij alles horen, m'n ziel kan alles zien Al kwam ik dan zo-even om het leven Mijn vriend de humorist Staat bij de open kist En zegt: "Ik zag 'm vroeger nooit bleker Ik heb 'm nochtans zo gewaarschuwd en hij heeft alweer Te lang in de maan gelegen, zeker!"
Ik word wat afgeslankt In de organenbank Kan ik me toch uiteindelijk nuttig maken? Helaas, mijn lever is verzopen, mijn nieren zijn versteend En 't zien van m'n longen doet zelfs chirurgen braken Maar een dokter doet zijn plicht: Hij naait de boel weer dicht En nu pas dringt de vraag tot m'n ziel door: Hoe moet dat op de Laatste Dag met de opstanding van 't vlees Zal Jezus nog wel weten wat bij wie hoort?
Tot mijn groot jolijt Word ik begeleid Door d'Aaigemse fanfare Nieuw Leven Dat is dus een premiere en derniere tegelijk En 't kost m'n weduwe 'n vat of zeven Mijn vriend de gitarist Drinkt wat te rap trappist De humorist is alweer grappen aan 't vertellen En ik ga maar eens kijken, richting noordzuid-oostwest Bel mij niet, ik zal jullie bellen!