Jouw stem is een merel en jouw ogen een gedicht en in elke droom die ik droom zie ik jouw gezicht en in mijn slaap kruip ik bij jou, heel dicht alles wordt goed als jij naast me ligt
Ik ben geen geleerde, nee, ik ben geen brein voor veel formules is mijn hoofd te klein al ben ik geen wijsgeer weet ik niet wie of wat ik ben maar als ik jou ontmoet, weet dan dat ik jou herken
Jouw stem is een merel en jouw ogen een gedicht en in elke droom die ik droom zie ik jouw gezicht en in mijn slaap kruip ik bij jou, heel dicht alles wordt goed als jij naast me ligt
Ik ben geen spreker, geen woordkunstenaar ik ben geen held, ik loop geen gevaar ik hou niet van lijden of één keer wel misschien om jou in de verte heel even te zien
Ik ben de ruiter niet, op de witte wolk ik ben de leider niet, de menner van het volk maar eens word ik een godheid in een heiligdom dat ik voor je bouw, als ik je tegenkom
Jouw stem is een merel en jouw ogen een gedicht en in elke droom die ik droom zie ik jou gezicht en in mijn slaap kruip ik bij jou, heel dicht alles wordt goed als jij naast me ligt