Op een dag kreeg ik een briefje met een militair bevel: 'Kom nu ook maar naar het leger en verdomd een beetje snel'. 'k werd afgehaald met een vrachtwagen maar een wiel bolde d'eraf maar je moet je niet verbazen t'zat met elastiekjes vast.
En die man met heel veel sterren schreeuwde: "Jongen kijk eens hier voor twee jaar ben jij geen mens meer maar piot 104". Toen moest ik naar de kapper die zei "t'wordt mooi" dat was een mop het vaderland vond me knapper zonder haren op m'n kop
Toen probeerden ze ons te leren hoe je zo'n duurbetaald kanon om de een of andere reden voor altijd vernielen kon. En wij dachten een goede zaak voor de vrede met plezier er was er een die mee de lucht inging piot 104.
En ik zweefde over de wolken naar de hemel met een kroon die zat in't begin onwennig t'was dan ook nog niet gewoon. Aan de hemelpoort gekomen zei God "Kom binnen maar denk erom hier mag je zijn wat je wilt wezen alleen geen piot 104".
Ik zei "Das goed maar God wacht even kijk naar de ruimte naar die blauwe saffier naar d'aarde met de vrienden en bekenden en de liefdes van piot 104".
God zei "Als je wilt mag je terugkeren naar je oorlog je wreed geweld je leger, je junta voor wie een mensenleven min of meer niet meer telt.
Toen heb ik lang getwijfeld en toen ben ik met een zwier van de hemel afgesprongen naar mijn eigen kleine plaatsje als piot 104.