Als ik aan jou denk, zie ik je nog staan. Altijd even vrolijk, lief en heel spontaan. Samen zouden wij gaan bouwen aan ons hoofd, maar toen kwam er plots een einde aan die droom.
Ik zal die glimlach van jou, nooit vergeten. Als Monalisa, zo lachte jij naar mij. Van jou verdriet heb ik nooit iets geweten. Die mooie jaren zijn nu voorgoed voorbij.
Hopeloos verliefd, onbezorgd en blij. 't leek of heel de wereld draaide om ons bei'. Niets kon ons nog deren in geen honderd jaar, maar toen dreef het noodlot ons toch uit elkaar.
Ik zal die glimlach van jou, nooit vergeten. Als Monalisa, zo lachte jij naar mij. Van jou verdriet heb ik nooit iets geweten. Die mooie jaren zijn nu voorgoed voorbij.
Maar in m'n dromen zijn wij nog samen. Lig jij in mijn armen, ben je nooit weg gegaan.
Ik zal die glimlach van jou, nooit vergeten. Als Monalisa, zo lachte jij naar mij. Van jou verdriet heb ik nooit iets geweten. Die mooie jaren zijn nu voorgoed voorbij.
Van jou verdriet heb ik nooit iets geweten. Die mooie jaren zijn nu voorgoed voorbij.