Hij heeft een baan op een kantoor, En in het weekend werkt ie altijd door Zijn hele leven draait om de PC, Hij gaat ook zelfs niet meer naar de WC Hij staat vroeg op en komt laat thuis, Ook neemt ie al zijn spullen mee naar huis Maar met kermis staat ie helemaal te swingen, Want dan wil hij z’n eigen liedje zingen.
Ja eens per jaar laat ik me lekker gaan Vier dagen lang kan ik niet op m’n benen staan Van ’s morgens vroeg tot midden in de nacht Zingen en zuipen wij op volle kracht.
Hij heeft geen tijd voor zijn gezin, Hij gaat nog liever met z’n praatvriendin Tijdens de yoga heeft hij haar ontmoet, En niemand die met kermis iets vermoedt. En aan het einde van elke dag belandt ie onder de visafslag Weet geen verschil meer tussen baco en een biertje Dat maakt niet uit, het gaat om z;n pleziertje
Ja eens per jaar laat ik me lekker gaan Vier dagen lang kan ik niet op m’n benen staan Van ’s morgens vroeg tot midden in de nacht Zingen en zuipen wij op volle kracht.
Elke keer denk ik telkens weer ik ga echt niet meer Maar ik zit toch weer in ’t café, Holadiee Ik heb geen zin maar m’n praatvriendin die pakt mij weer in Dus ga ik maar weer mee
Want eens per jaar laat ik me lekker gaan Vier dagen lang kan ik niet op m’n benen staan Van ’s morgens vroeg tot midden in de nacht Zingen en zuipen wij op volle kracht.
Compositores: Cornelis Tol, Johannes H M Jan Smit, Simon N Keizer ECAD: Obra #7220435