ik zit in m'n hotel. ben als vanouds weer alleen. staar voor me uit. door de ruit.
ver weg vandaan. waar ik kan delen met haar. liefde ik haat je. vandaag.
maar dan m'n telefoon. weet altijd waar ik woon. op zoek naar jou alleen.
varend op de golven, zwevend door de wolken. jaag ik al m'n dromen na. waaiend langs de bomen, zal ik bij haar komen. niemand die dat tegengaat.
ze is van goud, goud. niets dat mij weerhoud. om gewoon bij haar te zijn.
ik drink m'n glas maar leeg. verlaat verlaten de nacht. niemand die hier, op me wacht.
maar dan m'n telefoon. die weet nog altijd waar ik woon. op zoek naar jou alleen.
varend op de golven, zwevend door de wolken. jaag ik al m'n dromen na. waaiend langs de bomen, zal ik bij haar komen. niemand die dat tegengaat.
ze is van goud, goud. niets dat mij weerhoud. om met haar te varen op de golven, zwevend door de wolken jaag ik al m'n dromen na. waaiend langs de bomen, zal ik bij haar komen. niemand die dat tegengaat.
ze is van goud, goud. niets dat mij weerhoud. om gewoon bij haar te zijn.
Compositores: Cornelis Tol, Thomas Tol, Johannes H M Jan Smit, Simon N Keizer ECAD: Obra #7220443