Ze zijn vanzelf weer allemaal gekomen Punt een van de agenda is: het geld Van Slooten kan de nieuwste cijfers dromen Van Krimpen heeft al met de beurs gebeld De statistiek wordt weer 'ns bijgesteld En Wals komt met de financiele plannen En Verstappen rekent af met Van der Veld
Mannen
Hun dagen slibben dicht met gevergader Punt twee van de agenda is: de tijd Een man die ze nooit zagen, was hun vader En zelf zijn ze allang hun zonen kwijt Ze haasten zich - zelfs bij hun dwangarbeid Want ze zijn naar conferentieland verbannen En ze hebben nooit een ogenblik voor spijt
Mannen
Ze bladeren weer door de convocatie Punt drie van de agenda is: de dood Soms maait de zeis een gat in hun formatie Het laatste woord is nu dus aan De Groot Er valt een man, en dan een vulpotlood En De Groot is weg, maar daar is Van der Panne Onze aanwinst, onze redder in de nood
Mannen
Maar dan zet Van der Gaast een venster open En even komt een dunne straal geluk De grijze, kale ruimte ingekropen Langs ieders schouders en langs ieders juk De verre zon dringt binnen in de kamer En roept de mannen bij hun volle naam Er klinkt een korte lach, dan valt de hamer En Porringa staat op en sluit het raam
En niemand gooit een baksteen door die ruiten (Punt vier van de agenda: het pensioen) En niemand sleurt die mannen mee naar buiten En plant hen midden in een groen plantsoen Ik weet wie zoiets zouden moeten doen Maar ze doen het niet, ze zorgen vol vertrouwen Voor het lunchpakket, de aktentas, de zoen