Niemand weet, niemand weet Wat ik gisteren om etenstijd deed Ik liep met een loodzwaar valies op het Rokin En daar zat een levende diskjockey in Ik had al een hele tijd op hem geloerd En gisteren heb ik hem eindelijk ontvoerd Het is een geheimpje, geen mens weet ervan Vertel het niet verder als het eventjes kan (Vertel het niet verder als het eventjes kan)
Hij zat erg te sputteren en riep om genaa Toen hij in mijn koffer zat gister De mensen die het hoorde, die dachten: a-ha Die juffrouw die draagt een transistor Hij is wel wat groot, het is geen gangbaar model Maar wat een fantastisch geluid En ik liep naar huis toe al ging het niet snel En pakte mijn diskjockey uit (Ze pakte haar diskjockey uit)
Wat een droom, wat een schat Dacht ik toen ik hem uitgepakt had Het was dan ook werkelijk een gaaf exemplaar Hij kletste en kwekte en kwetterde maar Ik hoorde alleen niet zo goed wat ie zei Want nu brak een plechtig moment aan voor mij Waar naar ik al weken bij dag en bij nacht Intens had gehunkerd, intens had gesmacht (Wat had ze gehunkerd, wat had ze gesmacht)
Ik knielde devoot naast hem neer op de grond En stak toen met zorg en respect Maar uiterst behendig een prop in zijn mond Oh het was een verblindend effect Ik ben erg veeleisend, het is soms te gek Mijn smaak is exquise en verfijnd Maar heus, een deejay met een prop in zijn bek Dat vind ik het bittere eind (Dat vindt ze het bittere eind)
Niemand weet, niemand weet Wat ik toen met mijn diskjockey deed Ik zette hem neer bij de andere tien Bij mij in de serre, oh boy wat een scene Ik heb nu drie katten, een schildpad, een hond En elf deejays met een prop in hun mond Het is een geheimpje, u weet het alleen Vertel het niet verder want dat is gemeen (Vertel het niet verder want dat is gemeen) Vertel het niet verder want dat is gemeen