Toen ik voor het eerst jou heb gezien In het land van Noord-Scharwou Toen ik jou zag, mijn blonde Trien Dacht ik jij wordt mijn vrouw Jouw wangen en jouwe lieve mond Jouw snuit, zo fiks, Zo rond, zo rond
Ik wou geen ander meer tot vrouw Dan jou alleen in Noord-Scharwou Ik wou geen ander meer tot vrouw Dan jou in Noord-Scharwou
Die bleke juffers uit de stad Ik kon ze niet meer zien Niet een die half die wangen had Van jou mijn dikke Trien Een hals en armen had er geen Het was enkel vel en enkel been
En daarom als ik ooit eens trouw Dan is het met jou in Noord-Scharwou En daarom als ik ooit eens trouw Dan is het in Noord-Scharwou
Een Amsterdamse meisjeszoen Is zacht en delicaat Die denken steeds aan haar fatsoen En of zoiets wel staat Maar als ik met jou te vrijen zit Dan kost het me haast een vals gebit
Dat is de ware vrijsterstrouw ’s lands wijs, ’s lands eer in Noord-Scharwou Dat is de ware vrijsterstrouw In het land van Noord-Scharwou
Het parfum van meisjes van de chic Is duur en maakt je wee Het is Marquis de Carabas Of Chevalier d’Orsay Maar druk ik jou eens aan mijn vest Dan ruik ik hooi, dan ruik ik mest
Dan proef ik uit zo’n zoen van jou De biggenteelt van Noord-Scharwou Dan proef ik uit zo’n zoen van jou Het land van Noord-Scharwou
Jouw vader is een deftig man Heel rijk en groot en dik Die vindt dat jij niet trouwen kan Met iemand zoals ik Maar ben jij eens een halve wees Dan nemen wij zijn mooiste sjees
Dan rij ik met jou als man en vrouw Naar het stadhuis in Noord-Scharwou Dan rij ik met jou als man en vrouw Door het land van Noord-Scharwou