Dit is 't verhaal van de Pers Uit 't geurige dorpje Mimosa 't Verhaal doet het aardig in proza Maar ik vertel 't u liever per vers
Hij was zeer geleerd en bekwaam Maar in stee van iets goeds te verrichten Hield hij zich onledig met dichten Al naar 't voorbeeld van Omar Khayyam
Hij had als jongmaatje zijn goud In een kostbare harem gestoken 't Had hem nimmer aan liefde ontbroken Maar ja, toch had 't hem bitter berouwd
Ach, had-ie zijn geld maar belegd In iets minder ont-roerende goederen Want hij kon ze nu nauwelijks meer voederen En daarop heeft er zo'n harem toch recht
Leven werd hem tot een straf Tot een vriend uit 't ijskoude Noorden Hem schreef de verlossende woorden "Zeg man, waarom ga je niet van ze af?"
"Toe, pak de trein naar Amsterdam En 't reisgeld? Daar kan je voor zingen Want men snakt hier in betere kringen Al naar een nummertje Omar Kajam!"
Hij ging En zijn harem bleef thuis En met stemmen gelouterd door lijden Zongen troosteloos droevig de meiden "Vaarwel! Jij was toch het zonnetje in huis"
Hij heeft uit de verte hun stemmen gehoord " 't Zonnetje gaat van ons scheiden Slapen wij straks ongestoord"