Met achter mij Jerusalem, dacht ik alleen aan hem, in de avond Ik wandelde de lichten langs en zag de sterren van de oude stad Als tranen uit de muur geklaagd, waar ik om hem gejammerd had Verdwaald zonder hem, verdwaald zonder hem Ik zag, hoe mijn het land ook was, alleen maar zand en as Mesjoche van hem, mesjoche van hem
Uit dorre dalen klonken echo's van liederen die eeuwig klagen Daar bovenuit, 't verst gedragen, mijn fluist'ren van zijn naam Bij elke stap dacht ik aan hem, niet een keer aan Jerusalem Zo loos zonder hem, boos zonder hem Ze zeiden dat een zuil in de woestijn nog ongebroken gaaf moest zijn
Ik stootte daarom stiekem, stom, alsnog de trots van Babel om Puin en een vrouw in duigen, weten precies wat verlangen is En zonder liefde elk gebouw niet veilig maar gevangen is Ik blies expres en slechtte zo, de muur van Jericho Mesjoche van hem, mesjoche van hem
M'n hele leven lang me niet zo ziels alleen gevoeld Als daar in Israel, door heimwee overmand Want zelfs 't mooiste land blijkt enkel stof en zand Een jammer misverstand, zonder lief Met achter mij Jerusalem, dacht ik alleen aan hem, in de avond Ik wandelde de sterren langs en zag de lichten van de oude stad Als tranen uit de muur geklaagd, waar ik om hem gejammerd had Verdwaald zonder hem, verdwaald zonder hem
De zoutpilaren vrouw van Lot, verliet Jerusalem Bestelde af, 't ezeltje, geboekt voor Bethlehem En ging met koffer om een stal te voet naar Doetinchem Mesjoche van hem, mesjoche van hem