Ergens dicht onder Kopenhagen In dat groen van het Deense land Slechts bereikbaar met paard en wagen Woonde Christientje, zij was charmant Zij mocht alleen maar van jongens dromen En elke avond kon je haar zien Op een bank bij de kersebomen Daar speelde zij op haar mandolien
En ze dachtdaar aan Olle Olsen Waartegen pa veel bezwaren had Ach, hij kwam haar zo dikwijls polsen Voor een ritje naar de grote stad Maar ze mocht niet, want zij moest spelen En zonder Olle, zat daar Christien Ja, ze moest zich wel zwaar vervelen Ze had alleen maar haar mandolien
refr.
Hoe kon Olle, Christien beminnen Want hij mocht haar alleen maar zien Toen moest hij wel een list verzinnen En kocht een pracht van een mandolien Hij mocht wel met Christien studeren Want met z'n twee heb je meer succes Olle had nog zoveel te leren En Christientje, die gaf hem les
refr.
Ergens dicht onder Kopenhagen In dat groen van 't Deense land Daar ging Olle een kansje wagen Want wie verliefd wordt, is bijdehand Moest papa soms 'ns naar de koeien Dan werd Christientje door hem gekust Ach ja, muziek kan niet altijd boeien Neem nu en dan dus wat maten rust