Schoenen, duizend schoenen In de straten van de stad Die zich haasten door de stad Duizend schoenen die zich reppen Door de steppe van de stad Stappend op de trappen van de metro Sprintend op de strepen van het zebrapad Schoenen in de stad Duizend schoenen in de stad
Kokette hoge laarsjes Die van zelfvertrouwen stralen Tussen makkelijke slippers En oppassende sandalen Tussen nonchalante gympen Die kauwgom vermalen
Schoenen, duizend schoenen In de straten om je heen Die zich haasten om je heen Duizend schoenen die zich reppen Door de steppe om je heen Stappend in de plassen op het asfalt Zwikkend op een kantelende tegelsteen Schoenen om je heen Duizend schoenen om je heen
De hakken exerceren Als van hogerhand bevolen Tikke-tak over de bruggen En de deksels van riolen Tussen moegeleefde ouwetjes Met gapende zolen
Dit is de grote stad, deze grond onder je voeten Dit is de vreemde stad, die je inprent wat je bent Een niemand die zijn zolen slijt om niemand te ontmoeten En die niemand aan zijn voetstappen herkent
Schoenen, duizend schoenen In de straten, twee aan twee Die zich haasten, twee aan twee Duizend schoenen die zich reppen Door de steppe, twee aan twee Stappend in de maat op het plaveisel Schuif'lend op de planken van het stamcafe Schoenen, twee aan twee Duizend schoenen, twee aan twee
Daar lopen ze, de grote En de kleine exemplaren Met hun glimmende gezichten En de strikken in hun haren En je ziet ze nooit wat anders doen Dan staren en staren
De ene kijkt verwaand, en de andere wat simpeltjes De derde onverschillig of ontzettend serieus O, waar zijn de schoenen met de vriendelijke rimpeltjes De schoenen met een glimlach om de neus