Het donker van de nacht verandert alle mensen In levend mensenvlees Ze doen het met elkaar, ze doen het in het duister Het zit ze in het bloed Maar in het middaglicht zou je-n-het niet denken Dat iedereen het doet
Je vader en je moeder, je opa en je oma Dat weet je dus heel zeker: die hebben het gedaan Ze hebben het gedaan, maar er wordt niet van gesproken 't Is moeilijk voor te stellen hoe dat dan is gegaan
Grote blubberbuiken, bleke spillekuiten Slobberjoggingpakken, schapenpermanent Spataren en puisten, een akelige stoet Je zou toch echt niet denken dat iedereen het doet
Het donker van de nacht verandert alle mensen In levend mensenvlees Ze doen het met elkaar, ze doen het in het duister Het zit ze in het bloed Maar in het middaglicht zou je-n-het niet denken Dat iedereen het doet
Die mensen met hun kindje, die fietsen door de laan Daarvan is het dus duidelijk: die hebben het gedaan Wat kijken ze toch ernstig, vanmiddag zijn ze ouder Als je ze zo ziet denk je: die vinden er niks aan
De buurman met z'n plakhaar over z'n kale plek Die dame met die tanden en die gierenek Die beide regenjassen, plastic zakje om haar hoofd Hij een bril met jampotglazen, de oogjes uitgedoofd De mensen in de file, de mensen in de trein Als niemand het gedaan had... ...Dan zou er niemand zijn
Het donker van de nacht verandert alle mensen In levend mensenvlees Ze doen het met elkaar, ze doen het in het duister Het zit ze in het bloed Maar in het middaglicht zou je-n-het niet denken Dat iedereen het doet