Als ik in de hemel kom wil ik zitten op een klokkenstoel Wil ik eten van een ganzenbord, wil ik drinken uit een vensterglas En blij zin om de woorden die voorbij zijn De giftig scherpe woorden die als wespenangels staken De woorden van de stormloop met de kop tegen de muur De woorden hete olie op het teugeloze vuur De woorden van dum-dum die hartverscheurend konden raken De woorden waar geen geest tegen bestand is op de duur
Als ik in de hemel kom wil ik wandelen in het wagenpark Wil ik rusten op de wereldbank wil ik knippen met de engelenschaar En zingen van de woorden die vergingen De afgesleten woroden bij geboorte en bij sterven De woorden van de feiten zetten zoden aan de dijk De woorden in de strijd om het belachelijk gelijk De woorden die het kostbaarste moment konden bederven De woorden van de afgunst en het liefsteging door 't slijk
Als ik in de hemel kom wil ik roken uit de orgelpijp Wil ik fluiten in de vogelstand wil ik scheep gaan op de botervloot In vrede dat de woorden zijn geleden De bikkelharde woorden en de hele halve zachte De woorden waar men evenlang het volk meeheeft bedot Verzonnen door de duivel en gesproken namens god Die telkens nieuwe legers tegen elkaar in stelling brachten Dus spreek op mijn begrafenis het liefst geen woord tot slot Maar een vraag daar draait alles om of ik in de hemel kom