De kindertjes van de apen Die kunnen soms niet slapen Al zijn ze ook nog zo moe Dan liggen ze maar te woelen Hoe goed ze het ook bedoelen Ze komen aan slapen niet toe Nee, ze komen aan slapen niet toe
Ze moeten maar telkens horen Hoe hoog in de hoge toren De klokken de uren slaan En of ze tot honderd tellen Of moeilijke woordjes spellen Het is met de slaap niks gedaan Nee, het is met de slaap niks gedaan
Maar dan wordt het toch te machtig Ze tellen niet meer tot tachtig Maar komen hun bedjes uit Eerst kijken ze nog wat schichtig En fluisteren heel voorzichtig Want mammie hoort ieder geluid Ja, want mammie hoort ieder geluid
En als ze een poosje spelen Dan gaat 't ze knap vervelen Om stil een voorzichtig te zijn Ze maken een boel geweld en Ze zetten de boel op stelten Dat vinden ze allemaal fijn Ja, dat vinden ze allemaal fijn
Maar dan gaat de kamer open En wie komt daar aan gelopen Da's pappie de apenman Die buldert van: "Oeioeioeie Wat moet er van jullie groeien? Je bed in, zo gauw als je kan Hup, je bed in, zo gauw als je kan"
De kindertjes van de apen Zijn nou weer zo mak als schapen Er springt er niet een meer in 't rond Daar moet je ze nou zien liggen Ze snurken precies als biggen Heel zoet met hun duim in de mond Ja, heel zoet met hun duim in de mond