Des avonds als m'n klokje twaalf slagen heeft geslaan Dan voel ik me geneigd om naar m'n sponde toe te gaan (He he) En kort nadat ik netjes welterusten heb gezegd Heeft zich zijne majesteit te slapen neergelegd (Nou, nou) En als 't eenmaal zover is gekomen Komt meneer Klaas Vaak, die goeie ome En neemt me met zich meer naar 't land der dromen Maar ik weet wel: Dromen zijn bedrog Zo was 't toen, zo is 't nog En zolang als ze er liedjes over schrijven Zal 't altijd wel zo blijven Zo blijven
Soms droom ik van de vrouw die eens Pythagoras verkoos En dan weer over veertig jonge honden in een doos (He he) Vandaag speel ik piano op de spaken van m'n fiets En morgen ben ik plotseling minister, of zo iets (Nou nou) M'n vrouw zei op een nacht dat ik een snoes was Ik wekte haar verschrikt en ik vroeg: "Wass muss dass" Toen zei ze: "O, ik droomde dat jij de poes was" Maar ik weet wel: Dromen zijn bedrog Zo was 't toen, zo is 't nog Ik ondervind 't alle dagen aan den lijve En 't zal altijd wel zo blijven Zo blijven
We dromen tussenbeien van een schoonheidskoningin En dan weer van een groenteboer met stoppels aan z'n kin (He he) Vandaag zie je de wereld door een wondermooie bril En morgen word je wakker met een ijselijke gil (Nou nou) En ieder heeft z'n dromen in 't leven Illusies die hij niet graag prijs wil geven Maar wat je droomt is feitelijk om 't even Want u weet wel: Dromen zijn bedrog Zo was 't toen, zo is 't nog Maar toch hoop ik dat de mooiste van uw dromen Op een keer echt uit zal komen Zal komen