Het liedje van de wind is schuchter Romantisch en nuchter Het zingt in allerhande talen De mooiste verhalen Over west en over oost Over droefenis en troost Over dood en over leven Over falen en vergeven Het vertelt ons dag en nacht Van de zwakheid en de kracht Van het vuur dat nooit wil branden Van de hoop die nooit zal stranden
Het liedje van de wind is moedig Kwaadaardig en goedig Het dobbert tussen toen en heden Van oorlog naar vrede Het is logisch zonder end En tegelijk inconsequent Het is onstabiel en rustig Vredelievend en vechtlustig Het is koud en warm en koel Spijkerhard en vol gevoel Te triomfantelijk en te treurig Te montotoon en te veelkleurig
Het liedje van de wind is tierig Gulhartig en gierig Het schommelt tussen leed en vreugde Gebreken en deugden Het is te weinig en te veel Het is te vrij en te formeel Wankelmoedig en verbeten Vastberaden en gespleten Het is het liedje op de grens Tussen 't monster en de mens Het klinkt zo in onze oren Als wij 't zelf het liefste horen
Het liedje van de wind Het liedje van de wind Het liedje van de wind