Jaren heb ik al gezongen, uiteraard, zo goed ik kon Ik was, toen ik in 't vak begon een ongeschoolde jongen Met een hand vol zelfvertrouwen en het streven, met mijn zang Een carriere op te bouwen, ging ik vlijtig aan de gang Mijn manier was de geijkte, ik verlegde steen na steen Strontjaloers op iedereen die reeds de top bereikte
Ik heb 't nooit cadeau gekregen, ik was soms onvoorstelbaar moe Nolens volens zag ik toe hoe anderen pijlsnel stegen Mettertijd moest ik ervaren, mijn vermogen schoot te kort Ik besef al heel wat jaren dat ik nooit een topster word Maar dat brengt me niet tot razen, nee, 't windt me zelfs niet op Immers, tussen vloer en top valt ruim genoeg te grazen
Ik hoop dat ik nog heel lang mag leven en nog heel lang zingen mag Tot ik op m'n ouwe dag vermoeid de geest zal geven Als ik 't leven heb gelaten en de aarde mij omsluit Wie weet, vliegen dan mijn platen per miljoen de winkel uit Ik blijf m'n beste krachten wijden, ook al kleun ik telkens mis Als De Corte niet meer is, beleeft hij gouden tijden