Daar was 'r eens een jonge varkenshoeder Die woonde bij z'n vader en z'n moeder In een huiseke, verscholen tussen 't groen-papa Groenpapa, groen
Z'n lengte was een dikke meter tachtig Z'n spieren waren lenig, vlug en krachtig En hij heette in de wandeling Jeroen-papa Jeroen-papa, Jeroen
Hij voelde zich gelukkig tot en met En kende geen bijzonder zware zorgen Des avonds ging 'ie welgemoed naar bed En sliep totaan het licht der nieuwe morgen Maar op zekere dag stond er een meisje voor z'n raam Hij wist niet hoe 't er kwam, maar hij vroeg zomaar naar haar naam Toen was 't hem als hoorde hij klokjes klingelen Want ze heette Juultje, want ze heette Juultje Want ze heette Juultje van Pingelen
Onmiddellijk was de jonge varkenshoeder Gevangen in de parfum van haar poeder En z'n hartje gaf 'm danig van katoen-papa Katoen-papa, katoen
Hij sprak: "O, lieve Juultje mijner dromen Wat heerlijk dat je tot me bent gekomen" En toen gaf 'ie haar een klaterende zoen-papa Een zoen-papa, een zoen
Maar, net op dat moment verscheen papa Die dadelijk ontstak in wilde woede Die brulde tot z'n zoonlief, olala "Inplaats dat jij de varkens loopt te hoeden Sta jij je te vermeien met een meisje voor 't raam Ik kan je niet vertellen hoe diepzinnig ik me schaam Ik moest je voor 't leven de singsing in singelen Samen met je Juultje, samen met je Juultje Samen met je Juultje van Pingelen"
Gelukkig voor de jonge varkenshoeder Verscheen er net op tijd z'n lieve moeder En die deed wat lieve moeders altijd doen-papa Ze doen-papa, ze doen
Ze zei tot pa: "Hou jij nou je gemakje Dan zet ik gauw een lekker pittig bakje En een koppie chocolade voor Jeroen-papa Jeroen-papa, Jeroen
En hiermee neemt dit wonderschoon verhaal Gelukkig weer een wonderschone wending Want wat is van dit liedje de moraal Die is 'r niet, alleen een happy ending Want nou bezit Jeroen al sinds een jaar een eigen huis Des morgens hoedt 'ie varkens en des avonds zit 'ie thuis En ziet 'ie dan de rook uit z'n tabakspijp kringelen Lacht 'ie naar z'n Juultje, lacht 'ie naar z'n Juultje Lacht 'ie naar z'n Juultje van Pingelen Tussen de buien door