Om half acht 's morgens dan is het zo ver En slaat zijn wekker de ratelslag Het vaste teken om op te staan Hij stapt nog wat aarzelend de morgen in Want dromen verruilen voor werkelijkheid Is altijd toch even een moeilijk punt
Gewoontebrood met gewoontejam Gewoontethee met gewoontekrant Waar niks in staat dan gewoontenieuws En rond half negen dan moet het wel Dan reikt hij zijn vrouw de gewoontezoen En haast zich op weg naar het kleurloos nut
Maar dromend bouw je geen status op Hij weet dat zaken voor het meisje gaan Zijn handen kneden de tijd door het geld Zo rijgen de dagen zich een voor een Te zamen tot jaren van welbesteed Te zamen tot leven van nooit geleefd
Soms heeft hij ook wel een zwak moment Dan denkt hij het leven moest leven zijn Met wonderen erin en een warmte-vuur De vlag in de hand en een rinkelbel De kroon op het hoofd en het feestkleed aan En naast hem zijn lief met de druiventros
Hij doet zoals hem is voorgedaan Hij denkt zoals hem is voorgedacht Hij zegt zoals hem is voorgezegd Misschien aan het eind van de laatste dag En dan hem de ogen zullen opengaan En tonen hoe mooi het had kunnen zijn