Ik zat schijnbaar onbewogen, want dat lukteme goddank Naar 't requisitoir te luisteren in de beklaagdenbank Heel good-looking was de spreker, lang en jongensachtig slank Maar van binnen zo rigide en rechtlijnig als een plank Voor elk van mijn euveldaden Die opnieuw aan 't daglicht traden Peilloze verachting in zijn stem En ik voelde me verlinkt, hij had me klem...
refr.: Het staat niet in mijn dossier bij de politie Maar het was mijn allergrootste stommiteit Criminele zonder kop Smoorverliefd geworden op De officier van justitie
Ik, die lak had aan de liefde, altijd opging in mijn werk Ben gevallen als een baksteen voor die arrogante vlerk En van binnen kon ik schelden: Laffe burger, grauwe klerk Maar de waarheid was eenvoudig dat ik zwak stond en hij sterk Heel erg masochistisch van me En dat was ik nooit, godsamme Als ik het iets eerlijker bekijk Geef ik 'm eigenlijk natuurlijk groot gelijk...
refr.
Dat integere Van weleer... Geen Van Meegeren Een Vermeer...
En nu gaat-ie zich verloven met dat meisje Coeiecamp En 'k mag lijen dat ze samen sterven aan een vreemde kramp Op vakantie in de Zuidzee, bij een nucleaire ramp Of in een of and're mijnstreek stikken in de kolendamp Eerst gefaald in mijn professie Nu ten prooi aan een obsessie Waar ik als een schoolkind onder lijd... Mimi Crimi, wat bij jij een clevere meid...