Ze zet de ene voet voor de andere, dan de ander voor de een Staat dan even wat te hijgen, op te letten En dan weer een heel klein stukkie Rustig aan, geen ongelukkie Als ze valt, wie zou haar weer rechtop gaan zetten
Heeft al twee trams laten lopen, want die waren haar te vol Ze is bang dat ze haar binnen zullen pletten En nog twee trams laten lopen, want die deur die blijft niet open Kan haar voet niet tijdig op de treeplank zetten
refr.: Want als je ouder wordt, word je een stukkie kleiner Een heel klein stukkie, maar je merkt het toch steeds weer Want als je ouder wordt, dan krimp je uit je kleren En als je dood bent, past geen enkele jurk je meer
En dan is ze eindelijk binnen, staat doodstil in het gedrang Ziet geen stoel of stang en kan niet bij de lussen Weet niet waar ze vast moet houwen en geen rug is te vertrouwen En misschien zit er wel een stiletto tussen
refr.
Ziet tenslotte dan het knopje, om de tram te laten stoppen En dan weer een knop, dan gaat ie eindelijk open Twee haltes te veel laten lopen, ze staat in het donker weggekropen Vreemde buurt en heel langzaam gaat ze lopen
Ik was zeven, late herfst, donker om vijf Post jij die brief, heeft niks om het lijf Zei m'n vader, en ik rende, met het zweet om m'n rug Elke boom een keren, elke schaduw te veel Brief in m'n vuistjes, hart in m'n keel Kinderangst, komt nooit meer terug Komt nooit meer terug
Elk jaar komt de herfst wat vroeger Elk jaar wordt het vroeger donker Buurt wordt vreemder, weg wordt langer met de pas Om je heen wordt alles groter, en de cirkel is gesloten Beetje wordt het weer zoals het heel heel vroeger was
refr.
Want als je ouder wordt, dan krimp je uit je kleren Je wordt zo broos en klein, ze zien je niet meer staan Want als je ouder wordt, word je een stukkie kleiner, Alleen het verdriet Groeit elke dag Een stukkie aan