Er is een huis op de prairy, het staat er zo'n jaar of tien Er woont een jongen, hij is pas twintig hij is blind, hij kan niet zien Iedere dag hoor ik hem zingen en spelen op zijn gitaar Want hij wil zo graag een ster zijn, maar zijn sprookje wordt niet waar
refr.: Elke dag is voor hem gelijk, kon hij maar zien dan was hij rijk 'k Vraag me soms af hoe 'k me zou voelen als ik blind was zoals hij
Hij heeft geen vrienden om mee te praten 't Kan niemand schelen waar hij woont Hij is alleen, hij heeft geen ouders, geen meisje dat hem liefde toont Als je 'm vraagt "waarom zing je en speel je op je gitaar" Het antwoord kun je weten, maar zijn sprookje wordt niet waar
refr.
Dat zelfde huis op de prairy, je kunt het elke dag nog zien Er woont een man, hij is nu dertig je weet hij is blind hij kan niet zien Iedere dag hoor ik hem zingen en spelen op zijn gitaar Want hij wil zo graag een ster zijn, maar zijn sprookje wordt niet waar Want hij wil zo graag een ster zijn, maar zijn sprookje wordt niet waar