ik hem geen centeen alle vrouwen lope weg van alle vente hem ik altijd de grootste pech
'k hem rotte tande en al mijn hare vallen uit en tot m'n schande zelfs ook nog zweren oep m'n fluit
ik zou ni weten waarda'k zoiet hem oepgedaan want alle griete hemme mij altijd laten staan
'k hem platte voeten en al serieuzen aderspat en zomersproeten zelfs in de winter oep me gat en mijn twee knieën lijken wel kapstokskes te zijn 'k darf ni gaan ski-en want mijn gebeente is te fijn
'k darf ni gaan sjotten 'k zen eigelak ongeschikt voor sport 't is voor te spotten mijn spillebeentjes in ne short voor naturisme is mijn klein pinkeltje te klein
'k hem het charisme en d'elegance van een zwijn
ik weur verlege askik mij veur ne spiegel wring 't valt altijd tegen da monsterboeleke te zien ik hem een buikske mijn lichaam is een grote peer ik hem e reukske m'n ondergoed riekt alt' nor beer mijn sokke stinken ik zen ne vuilaard van ne vent
'k kan zelfs ni drinken en 'k zen waarschijnlak impotent ik kan ni koken d'r is eigelak nikske dakkik kan is er e vrouke dat desondanks wilt mij as man dan mut ze schrijven want anders raak ik ni van straat kom alle wijven schreft rap want straks is het te laat