ik zen verkocht aan die stad aan de Scheldeik zen verkocht aan die stad aan de stroom die staat getooid met prachtige beelden Brabo en Rubens, die stad is nen droom altijd gastvrij lee’ d oep iedereen te wachten heeft al zoveel vreemdelingen bekoord maar ik geef toe, ik heb in gedachten dikwijls al stillekes ne Keesbol vermoord
Antwaarpe, schoon en goed ’t Scheld dat is sinjorenbloed van het Schijn tot aan het Steen a hart da klopt voor iedereen
zit ‘k oep een bank aan de plage van Sint Anneke dan is de klank van de stad ni vlakbij dan denk ik stillekes, dees is het manneke wat da’k hier zien, da’s een schilderij de kathedraal en den boerentoren dan droom ik weg en ’t wordt intressant ‘k zien in de verte bij het ochtendgloren Filip en Leona tesaam hand in hand
van aan de grens tot aan’t eind van de kaaien ziet iedre mens waar de wereld begint miljoenen lichten, die ni uit zen te draaien verplichten te luisteren as den beiaard weerklinkt ‘k zen hier geboren, ‘k zen hier getogen en tot oep den dag dat den deze moet gaan zweer ik da’k nooit een woord heb gelogen over mijn Antwaarpe zing kik spontaan