wij leven in een landje van nog gene voorschoot groot met miljoenen van die mensen die gaan werken voor hun brood een handvol potentaten staan te wroeten aan den top den hoogste is de koning, maar die doe gene klop
de regering zit met zorgen, de schatkist sta ver droog ons va zit zonder werk en de prijzen gaan oemhoog ik hoor ze allemaal zeggen da komt door de slechten tijd maar de rijken worden rijker, swengst den arme honger lijdt
ze dronken een glas ze pisten ne plas en alles bleef gelak het was
de grootindustrieel die draagt zijn winsten naar de bank het allerleste boerke staat te boeren in de stank het leste stukske groen wordt door den industrie verkracht want de multinationalen die hebben hier alle macht
'k hem gisteren horen zeggen wadda z'in Brussel doen, de Vlaming mut gaan lopen voor de Franskiljon met poen die dat da zomaar laten staan nog altijd even sterk want ne Vlaming knikt toch altijd ja 's zondags in de kerk
'k hem het altijd al geweten, ons Belgeland is ziek door laksheid en korrupse en door vriendjespolitiek wie dareft protesteren die krijgt van de matrak en wie dan nog zijne smoel ni houdt die steken z'in den bak
da lieke da'k aan 't zingen zen, 't heeft eigelak weinig nu den braven burgerman dien is nog altijd ingedut de grootste kontestant wordt oep den duur nen brave pee met zijnen auto en zijn huizeke, zijn gazet en den TV