Kleine Elisabeth was in haar buurtje Bekend als knappe meid Maar 't was jammer, zij had voor haar leeftijd Al veel te veel gevrijd Reeds met zestien jaar was zij van alle markten thuis En haar moeder sprak: "Dit kind, dat is voor ons een kruis!" Een pianist had een lied haar vereerd En voor haar gecomponeerd
refr.: Wat ik van je weet, kleine Elisabeth, kleine Elisabeth, nou, nou Dat doet mij zo'n leed, kleine Elisabeth, kleine Elisabeth, nou, nou Gisteravond om half tien Heb ik je in 't plantsoen gezien En toen was je niet alleen 't Is meer menselijk dan gemeen Wat ik van je weet, kleine Elisabeth, kleine Elisabeth, nou, nou
Eerst was 't een slager, een bakker, een melkboer Daar ging ze dan mee uit Nou wil z'n excelsior, bemoeit zich met heertjes Want Betje wil vooruit Zij zegt: "Weet je waar ik in dit leven maar op loer Ik word nog een tweede Markiezin de Pompadour!" En ondertussen liet zij zich maar kussen En sprak: "Ik leer mijn vak!"
refr.
Zij heeft een tante, die weet ook van wante Die legt haar vaak de kaart Werkt met het ei, en die zegt haar dan: "Jij Bent een rijke kerel waard!" Ach, zeg mij, mijn schat, als je une grande dame bent Zorg dat jij de grote waarde van reclame kent Dat leuke lied, dat lief melodietje Maakt jou, beroemde vrouw