Gerrit, de postbode uit de Jan Steen Sprak tot z'n vrouw: luister eens Leen Daarginds in het buitenland is het niet pluis Blijf deze vakantie maar thuis Dat Zwitserse reissie, dat komt wel 's meissie Je zit er toch maar op zo'n rots Als ik een en ander in 't tuintje verander Dan zingen we strakkies vol trots
refr.: Ik ga van 't jaar niet naar Zwitserland Holiejee, holiejee 'k Heb in m'n tuintje een berg geplant Met edelweiss voor m'n prive Mij niet gezien op een Alpenkruis Holiejee, holiejee 'k Zit op m'n gletsjer van sintelpuin En ik jodel van hoeladijee
Drie dagen later, toen werd door de buurt Gerrit z'n tuin spottend begluurd Hij zat in een kniebroekje op een berg zand Een Zwitserse kaas in z'n hand En moe had haar rokken verkeerd aangetrokken En lag op haar rug in het dal Naar boven te wuiven en berglucht te snuiven En fors klonk hun stemmengeschal
refr.
Moe lag poetisch te jood'len in fis Tot iemand riep: Deis je nou, Ies Of anders dan neem ik de stofzuiger, zeg En ik zuig jullie heuveltje weg 't Conflict was geschapen, pa noodde vier knapen Ten strijde, die kwamen ook snel De berg stond te trillen, mama lag te gillen En Pietje riep: Hup, Willem Tell
refr.
Pa gaf een draai op het hoofd van een heer Scoorde een oor en riep: Noteer Mama greep haar bergstok, een knoestige lat En ging ook bedeesd in debat Toen vluchtten de buren vol lichte kwetsuren Maar het berglandschap was kort en klein Ma bette pa's wonden, pa zong licht geschonden Als Elias in de woestijn