De een heeft dit, de ander dat, zo is het leven Je moet niet zeuren, want daar schiet je niks mee op Dat zegt m'n moeder. Ze zegt: "Kind, da's een gegeven" Maar in de spiegel zie ik toch m'n eigen kop
refrain: Ik heb een beugelbekkie voor m'n eigen bestwil Da's goed voor later, oh, daar twijfel ik niet aan En op m'n neus - die ook niet mooi is - staat die pestbril Dus ga ik steeds opnieuw weer voor de spiegel staan Dan denk ik: maakt het nou wat uit hoe ik eruit zie Dan denk ik: Ja, natuurlijk, en dan denk ik nee Want zonder bril weet ik heel goed, dat ik geen fluit zie En rare tanden krijg, da's geen goed idee. Oh nee
Soms zegt m'n vader: "Laat die spiegel toch, ga spelen" Dan denk ik: makk'lijk praten, jij wordt niet gepest Want kijk: die rotjongens, die roepen alsmaar: "Schele" 'k Heb slechte ogen, maar m'n oren, die zijn best
refrain
Die bril is nodig, maar ik kan 'm zo goed missen Net als die beugel, ook al weet ik dat die moet 't Is reuze 'leuk' als ze je nadoen met dat slissen Dat je begrijpt, dat ik vaak denk: Ik word niet goed