Vanuit een luchtballon zijn zelfs de grootste mensen klein Je ziet een stipje lopen en je denkt: wie zou dat zijn? Misschien is het een zwerver of een statige meneer Het stipje slaat de hoek om en verdwijnt in het verkeer
Vanuit de lucht gezien is niemand wit of bruin of geel Je ziet alleen maar stipjes en het zijn er reuze veel En zo blijf je fantaseren vanuit je luchtballon Is het stipje nu de tuinman of de deftige baron?
Vanuit een luchtballon bestaat geen vreugde of verdriet Je ziet de stipjes lopen maar hun tranen zie je niet Hoe goed je ook blijft kijken, alle stipjes zijn gelijk Vanuit de lucht bekeken is niemand arm of rijk
Daarom kun je heel je leven Maar het beste blijven zweven Je kunt uren blijven dromen Als je vliegt over de bomen Als je wolken aan kunt raken Valt geen onderscheid te maken Met een glimlach op je lippen Denk je: mensen zijn maar stippen
Vanuit een luchtballon is niemand lelijk meer of knap En niemand dik of dun of lang of kort dat is de grap Vanuit de lucht bekijk je alles door een mooie bril Zodra je weer geland bent, ja dan zie je het verschil
De wereld wordt steeds mooier hoe hoger je gaat Toch kun je veel meer doen wanneer je op je benen staat Al is het uitzicht prachtig en is vliegen reuze fijn Dat elke stip gelijk is ja dat is helaas maar schijn
Daarom kun je heel je leven Maar het beste blijven zweven Je kunt uren blijven dromen Als je vliegt over de bomen En je kijkt over het randje En je zwaait naar ieder landje Met een glimlach op je lippen Denk je: mensen zijn maar stippen