Er ligt een grote hondedrol midden op de straat Hij ligt daar heel rustig en doet niemand kwaad De buurvrouw van de overkant moest een boodschap doen Maar zo ineens toen rook zij iets en keek onder haar schoen Ze krijste en ze gilde: 'Nu is de maat wel vol Ik trap nu voor de tiende keer in een hondedrol'
Ja, ik weet 't, vieze praatjes Daar lach je vaak 't hardste om Een dikke scheet, een schunnig plaatje En iedereen ligt al krom
Als de les weer-es saai is en veel te serieus Dan ga ik van verveling aan 't peuteren in m'n neus Daar draai ik dan een balletje van en plak 'm aan een poot Als iemand daar dan in grijpt, lach ik m'n eigen dood En iedereen maar vragen: 'Waar komt dat vandaan?' Dan zeg ik met een rooie kop: 'Ikke niet gedaan'
Ja, ik weet 't, vieze praatjes Daar lach je vaak 't hardste om Een dikke scheet, een schunnig plaatje En iedereen ligt al krom
De leraar was niet in de klas, we hadden grote keet Net voor hij weer binnen kwam, liet ik een dikke scheet Hij begon te schreeuwen met dichtgeknepen neus 'Wie heeft er één gelaten?, volgens mij een reus' Maar reuzen die bestaan niet dat is geen gerucht Iedereen weet een leraar, zit vol gebakken lucht
Ja, ik weet 't, vieze praatjes Daar lach je vaak 't hardste om Een dikke scheet, een schunnig plaatje En iedereen ligt al krom
Ja, ik weet 't, vieze praatjes Daar lach je vaak 't hardste om Een dikke scheet, een schunnig plaatje En iedereen ligt al krom