Soms is een woord al genoeg Een woord te veel is gauw te veel Soms is een woord al zo prachtig En een tweede te omslachtig soms is een woord al genoeg Ik weet nog zo dat jij me vroeg Wat ik tenslotte van je wilde En dat ik nagenoeg verstilde Soms is een woord al genoeg
Soms is een woord al genoeg Een woord erbij hangt er maar bij Soms heb ik niet meer voorradig Is een zin te overdadig Soms is een woord al genoeg Ik draaide plaatjes in de kroeg En vroeg haar wat ze wilde horen Ze boog zich eventjes naar voren Soms is een woord al genoeg
Soms is een woord al voldoende Een man een man, een woord, een woord We draaide plaatjes en we zoenden Soms is een woord al voldoende Soms is een woord al genoeg Hoe ik haar toen met stomheid sloeg Ze wilde kinderen en trouwen En een toekomst, samen bouwen En mijn jawoord was genoeg
Dus zei ik: sinaasappelkwark (aha aha) Geen ja, geen nee, alleen maar sinaasappelkwark (aha aha) Met slagroom en amandeltjes: sinaasappelkwark (aha aha) Ik bleef alleen met enkel sinaasappelkwark (aha aha) Maar altijd beter nog dan nederpop (aha aha) Geef mij maar sinaasappelkwark