Hoor ik een lied, een verhaal, een melodie, een oude taal. Meegereisd met jaren, door eeuwen heen gevaren.
Als vriend of vijand van een gedacht, geëerd, geprezen of veracht, bewaard in boeken of geschrift, zoals zaden in het turf gedicht.
Als gevangene van een duistere nacht, lang naar het licht gesmacht. verbrand, verbannen of gehaat, door de wetten van kerk of staat. gespeeld op kermis of kasteel, door troubadour of minnestreel. Als bedelaar of speleman, voor koning, prins of edelman, voor vrouw, maîtresse of schone maagd, een minnezang of 't lot geklaagd.
Als getuige van een andere tijd, dansend tot deze werkelijkheid, gerijpt, verzadigd en geplukt, bewaard, versteend en gedrukt.
In deze tijd van vergetelheid, wint er soms nog één de strijd, geboren voor een nieuw geslacht, klaar voor de overdracht.
Wie zingt er morgen nog zijn lied, zijn gedacht, z'n vreugd, z'n verdriet, een reiziger naar onsterfelijkheid, de passagiers van de tijd.