Ik leef mijn leven kuis en koest Met pa en ma en zuster Trees Die is al eens verloofd geweest En verder nog de poes Ik slijt mijn dagen koest en kuis Met overdag mijn goeie baan En 's avonds de tv fijn aan In mijn gezellig thuis En als er iemand jarig is Rondom de feestelijke dis Dan vliegen achter moeders rug De grappen over en weer t'rug Wat moet ik dan, wat zou ik dan Wat biedt een vrouw mij meer als man Dan moeder als ze zachtjes zegt: "Wil je nog thee, Johan?"
Soms, midden in de week, zegt pa: "Wil jij misschien een borrel, knul?" Nou, u begrijpt, dat ik dan smul Maar 't leukste komt daarna Wanneer mama de kopjes wast Wordt er door pa een mop getapt Zo een van 't soort, dat Trees nooit snapt Die kruipt dan op de kast Of gaat al sputterend naar bed Dan hebben ik en vader pret! U weet niet half hoe leuk het is Wanneer je vader geestig is Wat moet ik dan, wat zou ik dan Wat biedt een vrouw mij meer als man Dan vader als hij zachtjes zegt: " 'k Weet er nog een, Johan!"
En als ik dan naar bed toe ga Krijg ik van moe drie kruiken mee Ik heb het 's nachts nooit koud, o nee, Want ga maar even na: Mijn elektrieke deken kan Desnoods op zes, wanneer dat moet, En ook mijn lange ondergoed, Dat hou ik lekker an Zo lig ik en ik dommel wat Tot Treesje komt, die lieve schat, Die brengt de po voor Johan mee, Want 't is zo ver naar de wc Wat moet ik dan, wat zou ik dan, Wat biedt een vrouw mij meer als man Dan Trees wanneer ze zachtjes zegt: "Plas er niet naast, Johan"