Waar blijft de tijd, waar blijft de tijd Dat je nog makkelijk een negen kreeg voor vlijt En dat het plukken van een pruim je gauw berouwde En je je zomaar waagde op de hoogste tak En dat je vader nog als beste vriend beschouwde Daar hij je zweepje repareerde als het brak Waar je je broertje dan mee sloeg uit aardigheid War blijft de tijd, waarblijft de tijd
War blijft de tijd, waar blijft de tijd Van de apachen en commenges en hun stress Je pas kon slapen als je held weer was ontkomen En dat je malien gewis geen kolder vond Kortom alle ridders, ruiters, rovers in je dromen Totdat je 't allermooiste boek op zolder vond Het menselijk lichaam, zestig platen uitgebreid War blijft de tijd, waar blijft de tijd
War blijft de tijd, waar blijft de tijd Dat je nog hinkelde in vierkantjes van krijt De dagen dat je vader nog je tol betaalde En je niet knikkerde om knikkers maar om 't spel Dat je een helling op wou hoepelen en het haalde Bij de ouwe Sien trok je het beste aan de bel Want door haar krukken had je even respijt War blijft de tijd, waar blijft de tijd
War blijft de tijd, waar blijft de tijd Dat je door vader in iets nieuws werd ingewijd Hij sprak vertrouwelijk van de bloemen en de bijen En ook met meisjes scheen d'r iets apparts te zijn En zo kwam Miesje op die stille avond bij je Alleen haar vader bleek wat ouwerwets te zijn Ze werd als non voorgoed het klooster ingeleid Dat duurt een tijd, dat duurt een tijd