’s Morgens als de mensen opstaan Dan kijk ik ‘ns door mijn raam Jongens wat een bedrijvigheid Ik word er zo moe van
Dan kruip ik terug onder de wol Droom van Aruba En later in mijn pyjama Dans ik de rock ‘n roll Met de kat
In de zomer is het me te warm In de herfst val ik uit een boom In de winter is het bitterkoud In de lente ben ik lentemoe (ah ja, ah ja!)
‘k Heb vanalles geprobeerd maar wat bleek Ik was in niks goed Toen dacht ik bij mezelf ‘t Is misschien beter, misschien beter als ik niks doe
Ik ben goed in niksen Niksen is mijn vak Je moet daarvoor de deur niet uit Je werkt op je gemak Ik ben goed in niksen Als je nog een goeie nikser zoekt Awel, ik ben een krak
Sommige mensen kunnen heel hard lopen Sommige mensen zijn heel handig met hun handen Sommige mensen maken prachtig gouden tanden Sommige mensen zijn geboren om te hopen dat het beter wordt Sommige mensen zijn heel goed in denken dat het nooit iets wordt
Ik ben goed in niksen Niksen is mijn vak Je moet daarvoor de deur niet uit Je werkt op je gemak Ik ben goed in niksen Als je nog een goeie nikser zoekt Awel, ik ben een krak