Dit is de ballade van Li-Po Chinese dichter van 't moment en van de wij Van het lied der korte vreugde Met wind en regen als gevrij
Misschien had hij enkel een zwerversnatuur En was hij een blad in de wind Misschien zocht hij daarom geen rust en geen duur Verwond'ring kent ieder moment Hij bouwde geen huis met een drempel, een tuin Een brandkast voor d' winter die komt Hij zwierf door het hemelse rijk maar wat rond Als een blad, als een steen, als een hond
Hij zong van de vrijheid, hij zong van de wijn Hij zong van het korte moment Het korte moment, dat een parel kan zijn In 't leven dat ieder wel kent Hij kende het troostende liefdesgebaar Hij kende de as van het vuur Hij voelde de pijn van het mens'lijk tekort Maar hij zong naar z'n eigen natuur
In de Gele Rivier, op een maanlichte nacht Zong hij zomaar met 't oog op de maan Maar hij reikte te ver, en het is daar te diep Veel te diep voor een mens om te staan Een boot die leeg aankwam vertelde het nieuws Aan de oever die schuilging in 't riet En nog steeds zingt Hong-Ho z'n troosteloos lied Om Li-Po, maar Li-Po hoort het niet