Toen ik klein was zat er 's avonds steeds een engeltje naast m'n bed Maar niet zo'n holle bolle geest als jij Bewaar me, wat een engel, hij was klein met een trompet Dik en blond en helemaal in zij Van achter, links en rechts, een gouden vlerkje En in het randje van zijn jurk zat een werkje Toen ik klein was zat er inderdaad een engeltje naast m'n bed Mijn lieve hemel, nee, die tijd is lang voorbij
Een engeltje, een engeltje, een engeltje naast je bed Een engeltje dat niemand ziet, waar jij alleen op let Ze zitten niet meer op je kast, ze roepen niet meer: "Opgepast" En maken dan een snoekduik op je bed Een engeltje met een trompet
"Ik, ik had een grote lange engel naast m'n bed Met wijde vleugels en hij las voor uit een gouden boek James Bond. Pauw, pauw."
Die van mij, die speelde ook hardnekkig harpje tot ik sliep Dat lukte altijd binnen 't kwartier Tevoren vloog 'ie altijd even rond, langs het plafond Zo'n engeltje deed je heel graag een plezier 'k Had 'm afgekeken van m'n kleine bidprent Wat moet 't fijn zijn als je een engeltje in 't wit bent Toen ik klein was zat er 's avonds steeds een engeltje naast m'n bed Terwijl ikzelf mijn gebedje slordig zei
Een engeltje, een engeltje, zo'n engeltje hoort erbij Die plingplangploem een liedje zingt, of blaast op zijn schalei En zit 'ie boven op de kast, oei oei, daar riep 'ie: "Opgepast" En zie, dat wordt een snoekduik op je bed Een engeltje met een trompet