M'n hele verdere leven wil ik poezen om me heen Dan ben ik nooit zo helemaal alleen En als ik 's avonds thuis kom, al is 't midden in de nacht Dan is er altijd iets dat op me wacht Een iets, dat klein is weliswaar Maar dat me kopjes geeft Een iets dat staat te spinnen en dat warm is en dat leeft Geen mens ter wereld kun je zo volledig voor je winnen Want mensen kunnen niet spinnen Hij is een boef van a tot z Hij legt een muis in het bufet En krijgt zes jonkies in m'n bed en altijd is er wat Maar toch is 't zo huiselijk en zo genoegelijk met een kat
Ik wil gaan uitvinden, uitvinden, uitvinden Net als Adamsen, en Stephenson en Bell Ik wil uitvinden, uitvinden, uitvinden Ik weet niet wat precies, maar wisten zij 't wel Die ouwe Newton vond de appel En Columbus vond 't ei Als ik maar eventjes de kans krijg Doe ik 't net zo goed als zij Als ik ga uitvinden, uitvinden, uitvinden Dan is Marconi daar een kleine jongen bij
Ik hou van Mozart 't meest 't Is wel 'ns anders geweest Want toen wij zongen, weet je nog wel 'Sambadi bets dodewading bell' Dat was nog deze zomer, op dat feest Toch hou 'k van Mozart 't meest Mozart 't meest, Mozart 't meest Mozart 't meest