Anna lachte bloemen uit de grond Anna, die zong vlinders uit haar mond Anna, die kon van mijn haar mooie vlechten maken Die links en rechts en zonder angst in de wereld staken Ze heeft mijn jurken stijf gesteven Heeft mijn knieen schoon geboend Kouwe handen warm gewreven Blauwe plekken weg gezoend Met Anna, op mijn kleine klompen, hand in hand op pad Nooit meer bang voor boze wolven Omdat ik Anna had
Anna, toe, vertel nog wat Anna, ga niet weg Anna, als ik jou niet had En als ik je nou zeg Dat daarachter in de hoek Vlak bij het gordijn In het donker altijd iets beweegt Waarvoor ik bang moet zijn Anna, leg je dikke armen om mijn kinderlijf Anna, toe, vertel nog wat Toe nou Anna Blijf
Anna lachte bloemen uit de grond Anna, die zong vlinders uit haar mond Wat Anna's boerenblauwe ogen in het donker zagen Dat waren de verhalen waar kinderen om vragen Waar ze zoet door slapen gaan Waardoor het spook verdwijnt De engelen op wacht gaan staan Totdat de zon weer schijnt 't Was Anna's boerenbonte liefde waar het hem in zat Nooit meer bang voor boze wolven Omdat ik Anna had
Anna, die is weggegaan Op een dag in mei Met Gerrit Harmsen meegegaan En het hielp niet of ik zei Dat daarachter in de hoek Vlak bij het gordijn In het donker altijd iets bewoog Waarvoor ik bang moest zijn En ik weet het zeker, Anna, dat spook daarachter bij 't gordijn Heeft jarenlang z'n kans afwachtend Gerrit Harmsen moeten zijn
Anna lachte bloemen uit de grond Anna, die zong vlinders uit haar mond Anna trouwde Gerrit Harmsen op een warme zomerdag En ik moest kleine bloemen strooien en dacht Dat iedereen het zag Hoe ik ze alleen liet vallen Met handenvol aan Anna's kant Op een pad van kleine bloemen Verdween ze uit mijn kinderland En Gerrit, stijf gearmd met Anna, plechtig door het middenpad Was nooit meer bang voor boze wolven Omdat hij Anna had
Anna lachte bloemen uit de grond Anna, die zong vlinders uit haar mond Anna, die kon van mijn haar mooie vlechten maken Die links en rechts en zonder angst in de wereld staken Anna